Dwangmedicatie

Dwangmedicatie

Separatie

KC21-014 27 juni 2021

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

 

Inzake : [klaagster]
Klachtnummer : KC21-014
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst klacht  : 17 juni 2021
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Hoorzitting  : 24 juni 2021 (digitale conferentie Starleaf)
Datum uitspraak  : 28 juni 2021

 

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[Klaagster] (klaagster)

[PVP] (PVP)

 

[Verweerder] [verweerder)

 

[Voorzitter] (voorzitter klachtencommissie)

[Lid 1] (psychiater)  `

[Lid 2] (lid)

 

[Ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Zorgmachtiging 

 

 

Klacht

  1. Dwangmedicatie
  2. Insluiten EBK

 

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 17 juni 2021 een klachtbrief ontvangen met betrekking tot verplichte medicatie en insluiting EBK. Alle partijen zijn dezelfde dag geïnformeerd over de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting. De klachtencommissie heeft op 22 juni 2021 het verweerschrift inclusief bijlagen ontvangen. Deze stukken zijn dezelfde dag per mail doorgestuurd naar alle partijen.      

De hoorzitting heeft op 24 juni 2021 plaatsgevonden middels videoconferentie. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat partijen uiterlijk op 30 juni 2021 de volledige uitspraak van de klachtencommissie tegemoet kunnen zien.

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht;

-           Toelichting bij klacht;

-           Verweerschrift;

-           Behandelplan;

-           Zorgmachtiging 21-5-2021 t/m 20-2-2021;

-           Beslissing verlenen VZ d.d. 28-5-2021;

-           Bevindingen GD d.d. 29-4-2021;

-           Dagprogramma EBK;

-           Mededeling voorbereiding zorgmachtiging d.d. 6-4-2021;

-           Medische verklaring d.d. 29-4-2021;

-           Persoonsinformatie aan PVP d.d. 26-4-2021;

-           Aanzeggingsbrief verplichte zorg d.d. 16-6-2021;

-           Zorgkaart d.d. 11-4-2021;

-           Zorgplan d.d. 9-4-2021;

-           Decursus periode 21-5-2021 t/m 1-6-2021.

 

 

Termijn

Het klaagschrift bevat een klacht tegen verplichte medicatie en insluiting EBK, als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klachten hebben betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 30 juni 2021.

 

Feiten

Klaagster is een 63-jarige vrouw bekend met een bipolaire stoornis. Er is sprake van ernstige stemmingsontregelingen. Gemiddeld heeft klaagster manische ontregelingen van 2 tot 4 maanden.  Na een manische periode volgt een periode met depressieve klachten met hoge lijdensdruk. Klaagster is vanaf 2014 ononderbroken klinisch opgenomen geweest.

Op 21 mei 2021 heeft de rechtbank een zorgmachtiging afgegeven voor de duur van 9 maanden. Medicatie en insluiting maken onderdeel uit van die verplichte zorg.

 

Standpunten van partijen

Klaagster merkt ter zitting op dat zij het niet eens is met tekst in het behandelplan. Ze drinkt niet of nauwelijks en gebruikt ook bijna geen Cannabis meer. Alleen medicinale wiet wil ze nog wel gebruiken. Het klopt niet dat klaagster alleen kruiden wil in plaats van reguliere medicatie. Ik gebruik yoga, medicatie en heb een voetenbad op mijn kamer. Het gaat ook om bioritme, rust en regelmaat.

 

Ten aanzien van de insluiting licht klaagster toe dat het mis ging bij [naam]. Ze raakte ontregeld. Ze kon er niet meer tegen maar wilde niet weglopen. Klaagster vroeg toen om een kamer waar ze kon slapen en uitrusten. Ze kon kiezen tussen de logeerkamer of de EBK. De logeerkamer was gestript en daarom ging klaagsters voorkeur uit naar de EBK. ‘Toen werd ik door 2 medewerkers opeens op de gesloten EBK geplaatst. Daarom werd ik boos en was ik teleurgesteld. In de EBK ben ik ook slecht verzorgd. Ik mocht 1,5 dag niet roken en er werden me nicotine pleisters gegeven. Ben ik het helemaal niet mee eens’ aldus klaagster. Ze geeft haar woonsituatie bij [naam] heel positief te ervaren. De groep is klein en het soort bewoners spreekt haar aan.

PVP voegt toe dat in de artikel 8.9 brief 5 onderdelen aangekruist zijn maar slechts 3 gemotiveerd. In het behandelplan staan 8 vormen van verplichte zorg aangevinkt. Ook de datum van de juridische titel klopt niet. ‘Als ik al vragen heb, hoe is het dan voor klaagster?, aldus PVP. In het behandelplan wordt aangegeven dat klaagster zeer getraumatiseerd raakt door plaatsing in de EBK. Waarom gebeurt het dan toch?

 

Verweerder reageert met de opmerking dat ze het heel vervelend vindt dat er weer een klachtzitting is; het behandelteam van [naam] en [naam] spannen zich enorm in om gestelde doelen van klaagster te realiseren. Iedereen handelt hierin naar eer en geweten aldus verweerder. Klaagster is opgenomen vanaf 2013.  

Verweerder heeft begrip voor het feit dat klaagster geen medicatie wil. Na een zeer breed overleg met verschillende psychiaters en de GD is besloten om over te gaan op een andere aanpak. Het idee is om klaagster langdurig een depot te geven om de vicieuze cirkel te doorbreken waarbij klaagster regelmatig overgaat van een open naar gesloten setting en de medicatie onderbroken wordt zodat steeds een nieuwe start gemaakt moet worden met medicatie. Dit is uitgebreid met klaagster besproken. Klaagster wilde graag aripiprazol. Behandelaren willen laten zien dat klaagster een toekomst heeft zonder switch van open naar gesloten. Klaagster vindt injecties vervelend en heeft weinig vertrouwen in medicijnen. Met een lage dosering Olanzapine depot is het goed gegaan. Toen kon klaagster naar [naam] overgeplaatst worden. Iedereen was blij. Verweerster geeft aan dat ze te optimistisch is geweest. Toch is de huidige ontregeling niet te vergelijken met de ontregeling van vorig jaar aldus verweerder. Helaas was 3 nachten insluiting wel nodig. Het gedrag van klaagster was daarna nog ongecontroleerd. Ze kon niet direct terug naar de groep maar haar dagbestedingsactiviteiten konden gelukkig wel doorgaan. Verweerder geeft aan blij te zijn met de winst die geboekt is.

In de rapportage van de verpleegkundige staat dat klaagster zelf gevraagd heeft om een aparte ruimte voor haar rust. Ook dat is winst, aldus verweerder. Er is stapsgewijs gekeken wat er mogelijk was. Daar is alles op ingezet.

 

Ten aanzien van de aangekruiste verplichte zorg merkt verweerder op dat in de 8.9 brief van 28 mei 2021 terecht 3 vormen van verplichte zorg genoemd worden maar slechts insluiting gemotiveerd wordt. Insluiting is de kern van de verplichte zorg en beperking bewegingsvrijheid vloeit daar automatisch uit voort. In de machtiging zijn 8 vormen van verplichte zorg toegekend. Dit wordt onder de nieuwe wet alleen toegepast als het noodzakelijk is. Dan wordt een 8.9 formulier uitgeschreven en patiënt wordt geïnformeerd. Zo is het hier ook gegaan. De 8.9 brief is op 28 mei aangepast omdat er nieuwe vormen van dwang bij kwamen.

 

Op een vraag van de commissie over het gebruik van valium antwoordt verweerder dat benzo’s alleen ingezet worden als klaagster heel depressief is. Klaagster is dan heel angstig en vraagt soms zelf om Lorazepam. De dosering wordt dan in overleg bepaald.

Als de manie ontstaat wordt de Lorazepam omgezet naar diazepam. Dat is het lange termijnadvies van de commissie M&M. Als het depot onvoldoende helpt om langdurige insluiting te voorkomen dan wordt overgegaan naar orale diazepam. Klaagster was vorig jaar hier niet toe bereid. Toen is geadviseerd om diazepam IM te geven om de situatie te doorbreken. Is nu helemaal niet aan de orde aldus verweerder. Klaagster gebruikt diazepam op vrijwillige basis. Het advies is dus nu niet aan de orde maar is wel met klager besproken.

Klaagster reageert hierop met de opmerking dat ze wakker gemaakt werd om diazepam in te nemen. Ze vindt dat heel raar en vervelend. ‘Ik ben moe, moe van [naam], moe van de klachtencommissie’, aldus klaagster. ‘Als ik weer opgenomen ben wil ik naar [naam]. Ik heb nu gelukkig een andere behandelaar. Nu neem ik diazepam in voor de rugpijn. Ze proberen me wel te dwingen maar ik neem het zelf.  

 

Klaagster beaamt dat het beter met haar gaat dan vroeger. Ze denkt niet dat dit door het depot komt. Ze ontkent dat ze geen ziekte inzicht heeft. Ze geeft aan wel degelijk te weten dat ze een lastige diagnose heeft. De ontregeling werd volgens klaagster veroorzaakt door de verhuizing van [naam] naar [naam] en de negatieve houding van 2 medebewoners. Dat is een leerproces voor haar. ‘Het team heeft het echt goed met me voor maar ze doen het niet goed’ aldus klaagster. ‘Ik ben veel naar therapieën en veel op mijn kamer en dan zeggen ze nog dat ik te druk ben. Ik heb gewoon een Italiaans temperamentje’ licht klaagster toe tijdens de zitting. Klaagster vertelt een bipolaire stoornis te hebben met rapid cycling. Ze zat in een hypomane fase maar door een suïcide deze week is er niets meer te merken van de manie. Ze geeft aan vooral verdriet te voelen.

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klacht is gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij/zij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klaagster is een 63 jarige vrouw, bekend met een bipolaire stoornis met rapid cycling. Klaagster is sinds 2014 klinisch opgenomen bij Pro Persona. Het ernstig nadeel bestaat bij manie uit: dreigende agressie (verbaal en fysiek), uitputting en oproepen van agressie bij anderen door gedrag. Het ernstig nadeel bij depressie bestaat uit hoge lijdensdruk, uitzichtloosheid en afhankelijkheid. Bij zowel manie als depressie bestaat het gevaar op zelfverwaarlozing en maatschappelijke teloorgang.

 

Klaagster klaagt over verplichte insluiting en verplichte medicatie.

 

Wat betreft de formele aspecten van de verplichte zorg stelt de commissie vast dat deze, op het gebied van verplichte insluiting en verplichte medicatie, voldoen aan de wettelijke vereisten die hiervoor zijn gesteld. De verplichte zorg is besproken met klaagster en zij heeft op 28 mei 2021 een brief ontvangen (de aanzegging) van de verplichte insluiting en verplichte medicatie. Deze aanzegging is gemotiveerd en de termijn is aangegeven.

 

De commissie constateert dat er meerdere vormen van verplichte zorg zijn aangevinkt in deze aanzeggingsbrief, maar deze niet gemotiveerd zijn. Echter de klacht richt zich op de verplichte insluiting en verplichte medicatie en deze beide vormen van verplichte zorg zijn wel gemotiveerd in de aanzeggingsbrief. De commissie wil deze constatering echter wel opmerken als zijnde een omissie in de aanzegging van de overige aangezegde verplichte zorg, die geen onderdeel uitmaken van de klachten zoals ingediend door klaagster.

 

Klaagster klaagt over de verplichte insluiting. Klaagster roept agressie op bij anderen, dit ernstig nadeel is opgeheven door insluiting van klaagster. Verweerder heeft aangegeven dat deze insluiting zo kort mogelijk gehouden is, wat ook blijkt uit het medisch dossier van klaagster.

Er zijn afspraken tussen verweerder en klaagster om medicatie te nemen (diazepam) ter voorkoming van verplichte insluiting. Bij oplopende spanning lukt dat niet altijd en is verplichte insluiting noodzakelijk. De commissie constateert dat er inhoudelijk correct gehandeld is door verweerder. De commissie verklaart de klacht omtrent verplichte insluiting ongegrond.

 

Klaagster klaagt over de verplichte medicatie. Specifiek klaagt zij over de te hoge dosering, zij wil geen depot en geen valium. Tijdens de hoorzitting bleek dat de toediening van valium op eigen verzoek van klaagster is. De klacht tegen valiumtoediening valt daarom niet onder de verplichte zorg en laat de commissie buiten beschouwing.

De dosering van de verplichte medicatie (Olanzapine depot) is verhoogd nadat deze onvoldoende effectief bleek te zijn om een manische ontregeling te voorkomen. Verweerder geeft aan dat het uitgangspunt is dat de dosering zo laag als mogelijk gehouden wordt en zo hoog als nodig is. Het is een zoektocht naar de juiste dosering en het juiste medicijn. In het verleden is, ook op verzoek van klaagster, andere medicatie ingezet zoals Aripiprazol. Dit gaf onvoldoende werking bij klaagster. Uit het medisch dossier blijkt dat er zorgvuldig is gekeken naar de meest geschikte medicatie. De commissie stelt vast dat de ophoging van de verplichte medicatie noodzakelijk is gebleken. De commissie verklaart de klacht omtrent de dosering van de medicatie ongegrond.

 

Klaagster klaagt over de toedieningsvorm van de verplichte medicatie, namelijk depotvorm.

Uit het medisch dossier en ter zitting blijkt dat klaagster in haar manische periode medicatie ontrouw is. Verweerder is met klaagster voortdurend in gesprek om de medicatie vrijwillig in te nemen. Hoewel klaagster zelf inziet dat ze een bipolaire stoornis heeft, is klaagster zowel in manische perioden als in depressieve perioden, onvoldoende toegerust om haar medicatie vrijwillig in te nemen. De commissie ziet de wens van klaagster om de medicatie oraal in te nemen. Verweerder heeft dit in het verleden gepoogd met onvoldoende resultaat. De commissie constateert dat aan voldaan is aan de vereisten van proportionaliteit, doelmatigheid, subsidiariteit en veiligheid.  

De commissie verklaart de klacht omtrent de toedieningsvorm ongegrond.

 

Klaagster heeft een schadevergoedingsverzoek bij haar klachten ingediend. Nu alle klachten ongegrond zijn verklaard, komt de commissie niet toe aan een toewijzing van een schadevergoeding.

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klachten ongegrond.

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

Aldus besloten te [naam], 28 juni 2021

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 6